In het kader van de Werelddag Verzet Tegen Armoede, namen we 17 oktober deel aan het evenement "Iedereen aan het werk: makkelijker gezegd dan gedaan". Pier De Kock ging er met verschillende gasten in gesprek over de duurzame aanpak van werk en werkloosheid.
Onder andere getuigenissen, een kwetsbare en krachtige brief van een vrouw die dakloos is; deze brief delen we graag met jullie.
Ik ben dakloos!
Ik… ben maar ik! Ik die zo graag een ander hielp, die zo veel vuilniszakken van kledij en speelgoed naar organisatie ‘De Keeting’ bracht. Ik juich zo’n organisatie toe, want daar krijgen mensen het gratis.
Maar ik, ik ben nu dakloos, enkel mijn fiets is MIJN THUIS.
Dakloos, maar ik moet wel gaan werken.
Euuuuh… waar zijn mijn schoenen, broek, regenjas, tandenborstel, shampoo en gesmeerde bokes om te gaan werken? Want gaan werken is volgens mijn sociaal assistent de enige mogelijkheid om niet meer dakloos te zijn, maar ik kan niet… niet meer… ik ben op, ik ben moedeloos, ik ben boos en verdrietig tegelijkertijd.
Op een paar jaar tijd… onderdrukte emoties, trauma’s die terug de bovenhand namen, hartoperatie, job kwijt, huur niet meer kunnen betalen en nog eens bijkomende onderzoeken naar wat er nu mis is met mijn lichaam…
Ik ben op, ik ben moe! Kan jij voelen wat ik voel? Dakloos, uitzichtloos, wil ik hier wel nog zijn?
Ik kreeg budgetbeheer. Dit was slechts van korte duur, vermits men er snel achter kwam dat zelfs door budgetbeheer het niet realistisch was om alle kosten te betalen. Gevolg: budgetbeheer werd stopgezet m.a.w. ‘trek uw plan’. Daarbij ging mijn leefloon met een paar honderden euro’s naar beneden. De reden hiervoor was, dat ik geen huishuur meer betaal.
Waar ga ik slapen? Voorstel die ik kreeg was nachtopvang van het CAW. Wel, ik stond daar ’s avonds met twee zakken, één met slaapzak en kussentje, de andere met tandenborstel, tandpasta, handdoek, washandje, make-up, haardroger, shampoo, etc.
Ik stond daar reeds een half uur te staren aan de overkant met mijn fiets en zakken… Plots stopte daar een politiewagen met een man, die bleek geen toelating meer te krijgen, doordat hij iets had uitgestoken.
Ik ben beginnen huilen… voel ik me daar wel veilig? Ik ging kapot van de stress, nadenkend: ‘wat ga ik doen?’.
Enkel huilen kan ik… doorgereden na daar één uur gestaan te hebben.
Ik ben op, ik ben moe, radeloos, boos, verdrietig, maar vooral… Wat overkomt mij nu? Kan jij voelen wat ik toen voelde? Wil ik hier nog zijn?
SLOT:
Ik heb echt alles gedaan. Paperassen binnengebracht waar ik moest om toch maar een goedkopere woning te krijgen.
Budgetbeheer, hetgeen ik nu zelf in handen neem en m’n schulden netjes afbetaal met telkens aan iedere schuldeiser 15 euro per maand.
Voedselbedeling, top wat je daar krijgt! Maar waar moet ik met zoveel eten naartoe? En op mijn fiets kan ik 5 maal terugrijden.
Ik ben nu anderhalf jaar verder. Ik denk dat 10 mensen ondertussen weten dat ik dakloos ben. 24 op 24 uur stress, ja ik weet het goed te verbergen.
Ik verzorg me nog steeds. Aan mijn voorkomen kan je niet zien dat ik dakloos ben. Maar hoelang hou ik dit nog vol?
Het is alle dagen opstaan met hetzelfde ritueel. Heb ik alles bij? Mijn tandenborstel, tandpasta, droger, medicatie, schoenen, regenjas…
Ik slaap ‘overal en nergens’… bij vrienden waar altijd andere regels gelden. Soms slaap ik in een bed met twee, soms slaap ik op de zetel, soms mag de TV aan en soms om 22u alles uit. Ik draag bij in het eten, drinken, onderhoud, … en dan, dan ben ik weer onderweg… met m’n fiets. Verdomme toch! Mijn jas vergeten, goh bij wie ligt die? En m’n schoenen staan daar nog… en zelfs m’n paperassen die bij iedereen verspreid liggen.
Weet mijn assistent wel hoe ik me echt voel? Nog steeds hoor ik dat werken de enige oplossing is om uit de dakloosheid te geraken.
Ik ben op, doodmoe, ik strijd nog, maar waarvoor? Ik kan niet meer… mijn lichaam wil niet meer! Enkel huilen zou ik kunnen, maar dat kan ik niet bij diegene bij wie ik onderdak krijg. Ik wil hen niet belasten.
Dit houd ik niet nog een jaar vol! Ik wil huilen, ik wil m’n trauma’s verwerken, ik wil een thuis, ik wil terug gezond zijn zodat ik terug kan gaan werken.
Dank aan mijn psychotherapeut en mijn beste vriendin Nathalia*, voor alle moed, alle gesprekken, voor alles, … Jullie geloven in mij, in mijn verhaal…
* Fictieve naam